Het nog door de Tweede Kamer te bespreken wetsvoorstel om huurstijgingen in de vrije sector te beperken schiet volgens de Woonbond tekort.
Sinds 2021 geldt er een wettelijk maximum voor de jaarlijkse huurverhoging in de vrije sector. De tijdelijke wet die dat regelt loopt af op 1 mei 2024. Minister De Jonge kwam met een voorstel om de rem op de jaarlijkse huurverhoging te verlengen tot 1 mei 2027. Maar daarbij laat hij wel meteen een hogere huurstijging toe. Het voorstel ligt nu bij de Raad van State. De Tweede Kamer moet er nog over in debat.
Hogere huurstijging toegestaan
De rem op huurstijgingen in de vrije sector wordt tot 1 mei 2024 bepaald door inflatie. In de huidige wet staat dat de huurstijging afhangt van de inflatie óf de gemiddelde CAO-loonstijging. De laagste van die twee waarden bepaalt met welk percentage de huren mogen stijgen. Dit percentage plus 1% is de ‘maximale huurstijging’ die in de wet was vastgelegd voor de vrije sector. Maar juist nu de inflatie daalt, wil minister De Jonge af van ‘de laagste van de twee geldt’.
Maximum stijgt dit jaar fors
In de nieuwe wet geldt alleen de CAO-loonstijging voor de maximale huurverhoging. Dat betekent dat na 1 mei 2024 de huurprijzen in de vrije sector maar liefst 6,8% mogen stijgen. Dit in plaats van het -ook al hoge- maximum van 5,5%.
Goede extra rem dreigt te vervallen
De Woonbond vindt de systematiek waarbij de laagste van de twee geldt een goede manier om extreme uitschieters te voorkomen. De Woonbond is dan ook tegen het afschaffen van deze rem.
Lagere huren hard nodig
De Woonbond wil dat een komend kabinet inzet op verlagen van de huurquotes van huurders in zowel de vrije als de sociale sector. De opslag op de CAO-lonen in de vrije sector maakt het mogelijk dat huurders hier jaar op jaar een groter deel van hun inkomen kwijt zijn aan hun huur. Een komend kabinet moet op zijn minst zorgen dat de huurprijzen de komende jaren minder stijgen dan de lonen.
Bron: Nederlandse Woonbond